Lowlove is gestopt en wordt sinds eind 2015 niet meer bijgewerkt.
Je kunt nog wel gewoon alle oude artikelen lezen en onder Historie rondneuzen en nagenieten van de vorige edities van Lowlands. Wil je meer weten, kun je hier verder lezen.

Achter het liedje: ‘Hurt’ van Nine Inch Nails

Lowlove duikt in de aanloop naar Lowlands 2013 – vanaf nu elke vrijdag – in de ontstaansgeschiedenis van liedjes die dit jaar (vrijwel zeker) op het festival gespeeld gaan worden. In deze eerste aflevering de geschiedenis van ‘Hurt’, het bekendste nummer van Nine Inch Nails en hoogstwaarschijnlijk tijdens Lowlands de afsluiter van hun optreden.

Veel Amerikanen krimpen nog steeds ineen wanneer het adres genoemd wordt: 10050 Cielo Drive, Benedict Canyon, Los Angeles. Daar werden in 1969 vijf mensen bruut afgeslacht. Jaren later ging Reznor er wonen. Hij schreef er die overbekende regels: I hurt myself today, to see if I still feel.

Mocht je in Los Angeles zijn en op zoek gaan naar 10050 Cielo Drive, dan vind je niets. De villa, tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd naar Frans voorbeeld, tegen de heuvel op, ten westen van Hollywood, is gesloopt. De stenen open haard, het plafond van balken, de grote ramen, de woonkamer, de zolder, het gastenverblijf, het zwembad in de tuin – alles is nu weg. Wat er inmiddels op dezelfde plek gebouwd is, heeft een ander adres.

Er woonden traditioneel veel beroemdheden. De eerste was Michèle Morgan, een Franse actrice voor wie de villa speciaal ontworpen was. Later trokken andere acteurs en actrices, maar ook regisseurs, muzikanten en producers erin.

In februari 1969 kreeg het huis weer nieuwe bewoners: de Poolse regisseur Roman Polanski en zijn vrouw, Sharon Tate. Ze woonden er dus ongeveer een half jaar op vrijdag 8 augustus. Die avond drong een groep leden van de ‘Manson Family’ het huis binnen. Ze waren onderdeel van de commune rond Charles Manson, een muzikant en crimineel die jonge mannen en vrouwen inpalmde en tot zijn volgelingen bekeerde. Vervolgens droeg Manson ze op erop uit te gaan, om te moorden.

Dat gebeurde op die vrijdagavond, net na middernacht.

De volgende dag troffen agenten er vijf lichamen aan. De toen 26-jarige Sharon lag in de woonkamer, net als haar haarstylist, Jay. Opengereten met messen en met een touw om hun nek. Buiten op het gras bij het zwembad lagen Voytek, een oude Poolse vriend van Polanski, en zijn vriendin Abigail. Een vijfde lijk werd gevonden in een auto voor het huis: Steven Parent, een achttienjarige bezorgjongen die er toevallig was. Vijf moorden – of eigenlijk zes, want Sharon was acht en een halve maand zwanger geweest.

Overal in en om het huis lag bloed. De moordenaars schreven ‘Pig’ op de deur – met het bloed van Sharon Tate.

Charles Manson en de leden van zijn ‘family’ werden vier maanden later gearresteerd. Hij verklaarde te geloven in ‘Helter Skelter’, zoals hij de apocalyptische rassenoorlog noemde die volgens hem aanstaande was. Voor veel van wat hij deed en waar hij in geloofde, refereerde hij aan The White Album van The Beatles, dat een jaar eerder uitgekomen was en ook een nummer met de titel ‘Piggies’ bevatte. Uit de tekst: What they need’s a damned good whacking.

10050 Cielo Drive werd in de twintig jaar daarna bewoond door Rudi Altobelli. Het was zijn eigendom, Tate en Polanski hadden het van hem gehuurd. Nieuwe huurders waren vanzelfsprekend niet makkelijk te vinden. Voor het eerst sinds het gebouwd was, was het géén komen en gaan van Hollywoodgezichten.

Er ging nog één keer iemand anders in wonen, aan het begin van de jaren negentig. Trent Reznor. De inktzwarte geschiedenis van de plek maakte iets los in de man uit Pennsylvania, toen 28 jaar oud. De villa was, zo zei hij, een ‘raar’ onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis en dat inspireerde hem.

In de slaapkamer schreef hij ‘Hurt’. Het was, zo zei hij later, ‘een manier om mezelf van krankzinnigheid af te houden, over de gure en uitzichtloze staat waar ik in verkeerde, helemaal geïsoleerd en alleen’.

‘Hurt’ werd, net als de andere nummers van het album The Downward Spiral (1994) – en delen van de EP Broken (1992) – opgenomen in de studio van de villa, gebouwd in de woonkamer waar Sharon Tate was vermoord. Reznor noemde de studio ‘Le Pig’, naar de boodschap die met bloed op de voordeur was geschreven. Twee nummers op het album verwezen er ook naar: ‘Piggy’ en ‘March of the Pigs’. ‘Hurt’ werd de afsluiter.

The Downward Spiral verscheen op 8 maart 1994 en werd goed ontvangen. Rolling Stone beschreef Reznors werk als ‘existentiële pijn, geuit als rock & roll’.

Acht jaar later, 2002. De legendarische Johnny Cash gaat voor de microfoon staan, producer Rick Rubin is bij hem in de buurt. Samen wijdden ze de laatste jaren van Cash’s leven aan de ‘American Recordings’, waarvoor (veelal) liedjes van anderen worden teruggebracht tot hun kale essentie: de tekst, een gitaar en een door het leven getekende man die niets meer hoeft te bewijzen. Cash’s stem is kwetsbaar, gekreukeld, maar vastberaden. ‘Hurt’ klinkt als zijn afscheid, zijn afscheidsbrief, een jaar voor zijn dood. Het zal ook zíjn meest gedraaide nummer worden.

Tijdens Lowlands zal Johnny Cash op een maand na precies tien jaar dood zijn. Charles Manson, nu 78, zit nog altijd vast in een gevangenis in Californië. De villa bestaat niet meer. En Trent Reznor zingt in Biddinghuizen: I hurt myself today, to see if I still feel.

Illustratie: Anne Steenbergen

3 reacties

  1. joppe

    mooi verhaal. leuk deze achtergrond info !

  2. Oepsje

    Inderdaad een erg goed verhaal (heftig achtergrond verhaal).
    Keep them coming.

  3. Eva

    Wat een verhaal er toch achter een nummer kan zitten zeg, ongelofelijk! Nu al zin in het volgende verhaal :)

U kunt niet meer reageren.