Interpol
zondag 18:45 - 19:45 Heineken
“It’s bett/out than to fade away”, zong Neil Young ooit. Kurt Cobain gebruikte het citaat in zijn afscheidsbrief en voegde de daad bij het woord. We zouden niet willen schrijven dat Paul Banks van Interpol dat ook had moeten doen toen aan het eind van het vorig decennium de ellende bij hem op was – en de inspiratie daarmee ook – maar het away faden is inmiddels wel ingezet.
Ooit was de band uit New York de vaandeldrager van het zwart, Paul Banks de voorganger van alle tieners en twintigers die zich onbegrepen voelden en zijn baritonstem de hypnotiserende soundtrack die zelfs een rasoptimist als Erben Wennemars richting een depressie zou zingen. Zelfs toen de groep op latere platen de symfonieën van verdriet inruilde voor compacte songs die je kon meezingen (‘Slow Hands’), bleven de riffs pijn doen als scheermesjes die in je arm kerven.
Maar na een plaat of drie werd Interpol als een horrorfilm die je maar één keer kunt zien, want zelfs een gothrocker laat zich maar één keer verrassen. Het werd voorspelbaar, hun sound een formule en hun optredens een routineuze oefening vol effectbejag die werkt in de grote zalen waarin de band tegenwoordig speelt, maar niet kan verbergen dat onder de zwarte make-up geen littekens van het leven meer zitten.